Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [22]de heerlijkheid des HEEREN [23]zal geopenbaard worden; en alle [24]vlees te gelijk zal [25]zien, [26]dat [het] de mond des HEEREN gesproken heeft. 22. Dat is, de grote genade en goedertierenheid des Heeren over zijn volk en de eer zijner waarheid, doende hetgeen Hij tevoren beloofd had. 23. Te weten in den persoon van den Messias, door zijne menschwording en goddelijke wonderen; Joh.1:14; 1 Tim.3:16. 24. Dat is, alle uitverkorenen, van wat staat zij zijn, gelijk onder hfdst.66 vs.23. 25. Dat is, geloven en belijden. 26. Dat is, dat de Heere waarachtig is in al zijne beloften. Of aldus: Alle vlees tegelijk zal het zien, want de mond des Heeren heeft het gesproken. Of, alle vlees tegelijk zal zien dat de mond des Heeren [te weten Christus] spreekt, te weten lerende in het Joodse land. Zie vs.9.